Antwoorden schriftelijke vragen m.b.t. situatie familie J. Baars te Badhoevedorp inzake gevolgen tracebesluit A9
Onderstaande antwoorden hebben wij gekregen op de vragen die wij hebben gesteld met betrekking tot de situatie van de familie J. Baars te Badhoevedorp inzake gevolgen tracébesluit A9.
Op 16 april ontvingen wij schriftelijke vragen van de fractie van de HAP over de situatie van de familie Baars aan de Sloterweg te Badhoevedorp. Onderstaand treft u de beantwoording aan.
Vraag 1: Kunt u ons aangeven wanneer het besluit is genomen dat de nieuwe A9 ter hoogte van de ‘oude’ Sloterweg in Badhoevedorp niet onder de Sloterweg door zou worden aangelegd (conform Masterplan) maar er overheen waardoor de Sloterweg door middel van een viaduct nu over de nieuwe A9 aangelegd wordt?
Antwoord: in het Voorkeurstracé uit 2006 kruiste de Sloterweg de A9 met een tunnel voor fietsers en de brandweertenders van Schiphol. Dit voorkeurstracé heeft nadien een aantal wijzigingen ondergaan. De tunnel moest ook gebruikt kunnen worden voor autoverkeer. De hieruit voorvloeiende vrije doorrijhoogte gaf dermate hoge aanleg- en verwervingskosten dat gekozen is voor een viaduct in plaats van een tunnel. Door het viaduct van de Sloterweg iets meer naar het oosten te leggen hoefden geen woningen en bedrijven te worden aangekocht, dan wel verplaatst, zoals dit bij een gestrekte ligging van het viaduct wel het geval zou zijn. Dit besluit is genomen door het Rijk en is geformaliseerd in de Tracébesluitprocedure.
Op 14 april 2010 is in het bestuurlijk overleg (Stuurgroep), bestaande uit de bestuurlijk vertegenwoordigers van betrokken partijen, ingestemd met voorstellen tot versoberingen die Rijkswaterstaat had uitgewerkt om de verwachte overschrijding van het Taakstellend budget te kunnen terugdringen. Het Sloterwegviaduct was één van die versoberingsvoorstellen. De raad is hierover op 7 juli 2010 per brief door het college geïnformeerd (2010/44650).
Vraag 2: Bent u betrokken geweest bij de totstandkoming van het besluit onder vraag 1 ? Zo ja, kunt u ons aangeven op welke wijze?
Antwoord: ja, het besluit is formeel genomen door het Rijk en is opgenomen in het Tracébesluit. Daaraan voorafgaand heeft het bestuurlijk overleg, waar de projectwethouder namens de gemeente zitting in had, hiermee ingestemd.
Vraag 3: In vervolg op vraag 2: kunt u ons ook aangeven of u toen de consequenties overzag wat dit betekende voor het betrokken perceel Sloterweg 296?
Antwoord: wij hebben in de Stuurgroep ons ongenoegen kenbaar gemaakt en aangegeven dat er alternatieven waren waarnaar gekeken zou kunnen worden. Er is toen besloten om een apart overleg te organiseren over het viaduct Slotetweg, waarbij planning en financiën als gegeven gehanteerd zouden worden. De door de gemeente ingebrachte alternatieven in dat gesprek hadden betrekking op de aanleg van een nieuwe Sloterweg ten oosten van de huidige weg die gelijktijdig het gebied van de buik onder de A9 zou kunnen gaan ontsluiten, zoals benoemd als mogelijkheid in het verkeerstructuurplan. Dit vergt echter een nieuwe onderdoorgang onder de A9, een variant waar aan gerekend en getekend is, maar deze bleek financieel alleen mogelijk indien de gemeente voor de bekostiging zorg zou dragen.
Gezien de al zware financiële opgave is dit niet mogelijk gebleken.
Onze overwegingen met betrekking tot een tunnel versus een viaduct hebben we ter informatie met de raad gedeeld via onze B&W-nota ‘Omlegging A9: financiering HOV-tunnel Schipholweg’ (2010.00004878).
Vraag 4: Kunt u aangeven op grond van welke overweging — financieel, economisch, maatschappelijk e.d. — dit besluit tot stand is genomen?
Antwoord: de overweging om van een tunnel naar een viaduct te gaan is gemaakt op financiële gronden. De tunnelvariant zou betekenen dat het taakstellend budget verhoogd zou moeten worden, waardoor ook de bijdrage van de gemeente Haarlemmermeer aan de omlegging verhoogd dreigde te worden.
Vraag 5: Kunt u aangeven hoeveel er bespaard wordt door een viaduct (voor snel – en langzaamverkeer) aan de Sloterweg over de A9 aan te leggen in tegenstelling tot het oorspronkelijke plan waarbij de nieuwe A9 onder de Sloterweg aangelegd zou worden?
Antwoord: het verschil in investeringen tussen een tunnel en een viaduct werd geschat op enkele miljoenen, maar dat is niet exact door het Rijk berekend. Dat gegeven alleen was voldoende. Doordat de tunnel vanuit de inspraak (Tracébesluitprocedure door het Rijk) ook voor auto’s begaanbaar gemaakt zou moeten worden, werden de aanlegkosten veel hoger. Daarmee was geen rekening gehouden in het taakstellend budget. Er zou daarom geen sprake zijn van een besparing ten opzichte van het taakstellend budget, maar van minder (extra) kosten.
Vraag 6: Bent u op de hoogte van de specifieke situatie en het feit dat aansluitend door de tuin van betrokkene nu het viaduct voor de Sloterweg wordt aangelegd? Zo ja, heeft u hierover contact gehad met betrokkene en welke afspraken zijn hierover gemaakt? Zo nee, gaat u (nog) nog contact opnemen met betrokkene om afspraken te maken omtrent deze zeer onwenselijke situatie voor dit seniore echtpaar?
Antwoord: ja, daarvan zijn wij ons bewust geweest. Rijkswaterstaat heeft een viaduct ontworpen dat, door de verschuiving van 20 meter naar het oosten, de minste verwervingskosten met zich mee zou brengen, maar wel dichter bij het perceel van de familie Baars zou komen te liggen.
Rijkswaterstaat heeft als projectverantwoordelijke regelmatig contact met het maatschappelijke veld, alsmede ook met individuele belanghebbenden. Zo ook met de familie Baars. Ook vanuit de gemeente is er contact geweest met de familie Baars. In alle gesprekken is steeds het uitgangspunt geweest hoe, gegeven het besluit dat er een viaduct gaat komen, de overlast voor de familie Baars te minimaliseren is.
Vraag 7: U geeft in uw brief aan dat de gemeente Haarlemmermeer geen uitingen kan en wil doen over processen die het Rijk hanteert bij planschade procedures. Kunt u aangeven wat u wél voor dit seniore echtpaar wil doen anders dan het kunnen doorverwijzen naar een ander overheidsloket?
Antwoord: wij hebben op 25 maart jl. de familie Baars een brief gestuurd (met kenmerk 1416392p) naar aanleiding van hun brief van 13 februari. In hun brief wordt onder meer aan ons gevraagd bij wie ze terecht kunnen voor (im)materiele schade. Op 14 januari van dit jaar heeft onze gebiedsmanager, de heer Vermeulen, een gesprek gevoerd met de familie Baars. In dat gesprek heeft de familie Baars aangegeven bekend te zijn met de rijksprocedures van planschade, maar tevens dat ze niet tevreden zijn met de tijd die dat kost. Wel zijn ze die procedure gestart. In onze brief refereren we aan dit gesprek en geven we aan dat het Rijk de aangewezen partij is voor planschade met betrekking tot de omlegging van de A9. Uitgaande van de verantwoordelijkheden van het Rijk doen wij – nu én in de toekomst – wat maximaal mogelijk is.