Antwoorden SV over de grondwaterstand en de dreigende verzakking van huizen
Geachte heer, mevrouw,
Op 28 februari 2019 ontvingen wij schriftelijke vragen van de fractie van de HAP over de grondwaterstand en de dreigende verzakking van huizen. Onderstaand treft u de beantwoording aan.
Vraag 1. Wat is de stand van ons grondwaterpeil, is er sprake van een te laag grondwaterpeil?
Antwoord:
Het grondwaterpeil in onze gemeente wisselt per locatie, maar is in het algemeen hoog genoeg om het risico op paalrot te voorkomen.
Vraag 2. Als er sprake is van een te lage grondwaterstand, welke stappen worden er dan ondernomen omdit tegen te gaan? Als er (nog) geen sprake is van een te lage grondwaterstand, welke stappen worden er dan ondernomen om dit te voorkomen?
Antwoord:
Wij hebben geen aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van een te laag grondwaterpeil. Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft in de droge periodes voor voldoende aanvoer van water gezorgd om het oppervlaktewater op peil te houden. Dit heeft een positief effect op de hoogte van de grondwaterstand. Bovendien is er in onze gemeente een opwaartse kwelstroom, waardoor het risico op een te lage grondwaterstand gering is.
Vraag 3. Zijn u al meldingen bekend van verzakkingen in onze gemeente? Zo nee, kunnen bij een aanhoudend laag grondwaterpeil wel verzakkingen worden verwacht? Zo ja op welke termijn isdat te verwachten en in welke gebieden in onze polder vormt dit een risico?
Antwoord:
Nee, er zijn bij ons geen meldingen bekend van verzakkingen als gevolg van een lage grondwaterstand.
Bij een aanhoudend laag grondwaterpeil kunnen verzakkingen worden verwacht, maar de kans op aanhoudend lage grondwaterstanden in onze gemeente is gering omdat het Hoogheemraadschap van Rijnland het oppervlaktewater op voldoende niveau kan houden en het kwelwater voor voldoende opwaartse druk zal zorgen om de grondwaterstand op niveau te houden. Het is niet bekend op welke termijn er bij een aanhoudend laag grondwaterpeil verzakkingen kunnen optreden. De mogelijke risicogebieden in onze gemeente zijn aangegeven op de site: https://haarlemmermeer.klimaatatlas.net/.
De risicogebieden zijn bepaald op basis van het bouwjaar van de woning (woningen van voor 1970) en niet op basis van de feitelijke grondwaterstand ter plekke.
Vraag 4. Heeft deze funderingsproblematiek door de lage grondwaterstanden ook invloed op de infrastructuur van riool, gas en elektriciteit? Zijn er of worden er maatregelen genomen om deze verzakkingen tegen te gaan?
Antwoord:
Voor zover bij ons bekend zijn er geen problemen met het verzakken van infrastructuur voor riool, gas en elektriciteit als gevolg van te lage grondwaterstanden.
Vraag 5. Een grondwaterzorgplan geeft inzicht in het grondwaterpeil in bebouwd gebied. Haarlemmermeer wordt grotendeels omgeven door de Ringdijk, die ook onderhevig is aan uitdroging en verzakking.
a. Is er een actueel grondwaterzorgplan aanwezig?
b. Hoe is het gesteld met de grondwaterstand, het oppervlaktewaterniveau en de conditie van onze dijken?
c Wat zijn de verwachtingen met betrekking tot toenemende zorgen over verzilting op onze zoetwatervoorzieningen ?
Antwoord:
a. Onze gemeente heeft een aantal meetpunten voor de grondwaterstand. We zijn bezig dit uit te breiden naar een gemeentebreed grondwatermeetnet. In het uitvoeringsprogramma van de Strategische Samenwerkingsagenda Haarlemmermeer-Rijnland 2015-2030 zijn maatregelen opgenomen om (te hoge) grondwaterproblemen op te lossen. Deze maatregelen vormen een zorgplan voor grondwaterproblemen in Haarlemmermeer.
b. Het Hoogheemraadschap van Rijnland zorgt voor het oppervlaktewaterniveau en de conditie van de dijken. Het hoogheemraadschap voert inspecties uit en neemt zo nodig maatregelen. Van het hoogheemraadschap hebben wij vernomen dat de conditie van de Ringdijk goed is en dat droogte geen negatieve invloed heeft op deze conditie.
c. Het kwelwater dat in onze gemeente omhoog komt is op veel plaatsen zilt. In droge periodes laat het hoogheemraadschap meer zoet, gebiedsvreemd, water in om verzilting tegen te gaan, omdat dan de kwelstroom vanwege de grotere verdamping groter is. Hoe minder zoet water in het gebied van het hoogheemraadschap aanwezig is, hoe groter de kans dat het hoogheemraadschap brak water moet inlaten. Daarom is het, met het oog op de verwachte drogere periodes, van belang om zoveel mogelijk zoet hemelwater vast te houden in Haarlemmermeer.
Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmer
de secretaris, de burgemeester
drs. Carel Brugman. Onno Hoes