Beantwoording schriftelijke vragen Armoedemonitor, inkomsteneffectenrapportage en ´Bereken uw recht´ en minimabeleid
Onderstaande antwoorden hebben wij van B&W ontvangen op de schriftelijke vragen over Armoedemonitor, inkomsteneffectenrapportage en ´Bereken uw recht´ en minimabeleid:
Geachte heer, mevrouw,
Op 10 september 2020 ontvingen wij schriftelijke vragen van de fractie van HAP over de brief
Armoedemonitor, inkomenseffectenrapportage, ‘Bereken uw recht’ (BUR) en minimabeleid.
Onderstaand treft u de beantwoording aan.
Vraag 1.
U geeft aan dat het bereik van de collectieve zorgverzekering aanzienlijk hoger ligt dan het
gemiddelde bereik bij andere gemeentes (35 a 40 %).
Heeft u mogelijke oorzaken voor dit aanzienlijke verschil in bereik ten opzichte van andere
gemeentes inzichtelijk?
a) Zo ja, kunt u die de raad doen toekomen?
b) Zo niet, bent u bereid dit alsnog inzichtelijk te maken ofte onderzoeken en de uitkomst te
delen met de raad?
Antwoord:
Het hoge bereik wordt met name veroorzaakt doordat de gemeente een deel van de (hogere)
premie betaalt en het feit dat het eigen risico van € 385 per jaar bij de uitgebreide polis van
zowel Zorg en Zekerheid als Univé is meeverzekerd. Daarnaast hebben wij bij de afschaffing van
de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie eigen
risico (CER) in 2015 uitgebreid gecommuniceerd met de ketenpartners om de bekendheid van
deze regeling te vergroten.
Vraag 2.
Ook het gemiddeld bereik van de individuele bijzondere bijstand ligt in Haarlemmermeer in
verhouding tot andere gemeentes hoger (25 a 30 %).
Heeft u mogelijke oorzaken voor dit verschil in bereik ten opzichte van andere gemeentes
inzichtelijk?
a) Zo ja, kunt u die de raad doen toekomen?
b) zo niet, bent u bereid dit alsnog inzichtelijk te maken ofte onderzoeken en de uitkomst te
delen met de raad?
Antwoord:
Het bereik van de bijzondere bijstand is in 2019 gestegen ten opzichte van 2016 van 24 procent
naar 31 procent. Gemiddeld is het bereik van de bijzondere bijstand bij andere gemeenten 25 a
30 procent. Hulp bij het huishouden valt in onze gemeente ook onder de bijzondere bijstand.
Hierdoor is het bereik iets hoger dan in veel andere gemeenten.
Vraag 3.
De fractie van HAP ontvangt zorgelijke signalen dat inwoners medische specialistische
behandelingen niet kunnen laten uitvoeren omdat zij die kosten niet vergoed krijgen.
Bent u bekend met dit signaal? Zo ja, kunt u aangeven hoeveel inwoners met zorgkosten bij de
individuele bijzondere bijstand aankloppen en deze kosten niet vergoed krijgen?
Antwoord:
Inwoners kunnen een beroep doen op bijzondere bijstand indien zorgkosten niet worden
vergoed. Eén van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een vergoeding op grond
van de bijzondere bijstand is dat zorgkosten niet door de zorgverzekeraar worden vergoed. Dit
is immers een voorliggende voorziening. Indien hiervan sprake is worden inwoners die een
aanvraag indienen bij de gemeente verwezen naar de zorgverzekeraar. Dit wordt echter niet
geregistreerd en daardoor kunnen we geen compleet beeld geven van inwoners die geen
vergoeding krijgen.
Vraag 4, 5 en 6.
Het bereik van de schoolkostenregeling is in twee jaar tijd met 23% gestegen.
Heeft u mogelijke oorzaken voor dit verschil in bereik ten opzichte van andere gemeentes
inzichtelijk?
a) Zo ja, kunt u die de raad doen toekomen?
b) Zo niet, bent u bereid dit alsnog inzichtelijk te maken ofte onderzoeken en de uitkomst te
delen met de raad?
Heeft u inzichtelijk hoe deze percentages en stijging zich verhouden tot andere gemeentes.
a) Zo ja, kunt u die de raad doen toekomen?
b) Zo niet, bent u bereid dit alsnog inzichtelijk te maken ofte onderzoeken en de uitkomst te
delen met de raad?
Geeft dit percentage alle leerplichtige kinderen in Haarlemmermeer weer die recht hebben op
deze regeling of geeft dit percentage alleen weer hoeveel gezinnen gebruik maken van deze
regeling.
Antwoord:
Deze regeling verschilt per gemeente en ook niet alle gemeenten kennen een
schoolkostenregeling. Hierdoor is het niet mogelijk de oorzaak van het verschil in bereik
inzichtelijk te maken.
In 2019 hebben 563 huishoudens met kinderen gebruikgemaakt van de tegemoetkoming
schoolkosten. Het is, op basis van de voor dit onderzoek gebruikte bestanden, niet bekend
hoeveel kinderen van de regeling gebruik hebben gemaakt.
Vraag 7 en 8.
Ondanks de aanzienlijke stijging ten opzichte van 2016 in het bereik en gebruik van de
‘Haarlemmermeer doet mee!’ regeling, ligt dit percentage nog opvallend laag op 19% van de
doelgroep en ver achter op het gebruik en bereik percentages van andere gemeentes.
Heeft u mogelijke oorzaken voor dit lage percentage inzichtelijk, anders dan dat de regeling
relatief onbekend is?
Heeft u mogelijke oorzaken voor dit verschil in gebruik en bereik ten opzichte van andere
gemeentes inzichtelijk?
a) Zo ja, kunt u die de raad doen toekomen?
b) Zo niet, bent u bereid dit alsnog inzichtelijk te maken ofte onderzoeken en de uitkomst te
delen met de raad?
Antwoord:
Voor de invoering van BUR was het gemeentelijk aanbod van minimaregelingen versnipperd.
Voor inwoners was het daardoor niet altijd duidelijk waar zij een aanvraag voor deze regelingen
konden indienen. Met de invoering van BUR kunnen inwoners eenvoudig zien hoe en waar zij
een aanvraag kunnen indienen. Hierdoor zien wij ook een stijging van het aantal aanvragen. Om
het bereik te vergroten starten wij een aantal vervolgacties. Wij verwijzen u hiervoor naar
bladzijde 14 van de evaluatie van BUR (brief X.2020.01940 van 08.09.2020).
Deze regeling verschilt per gemeente. Hierdoor is het niet mogelijk de oorzaak van het verschil
in bereik inzichtelijk te maken.
Vraag 9.
U geeft aan dat 60% van de doelgroep gebruik maakt van het kindpakket, dat betekent dat 40%
van de doelgroep dit niet doet. Dat is bijna de helft van de doelgroep inwoners die er recht op
heeft. Heeft u inzichtelijk welke mogelijke oorzaken hieraan ten grondslag liggen?
a) Zo ja, kunt u die de raad doen toekomen?
b) Zo niet, bent u bereid dit alsnog inzichtelijk te maken of te onderzoeken en de uitkomst te
delen met de raad?
Antwoord:
Er zijn verschillende redenen waarom inwoners geen beroep doen op minimaregelingen. De
belangrijkste reden is dat inwoners niet weten dat er recht bestaat op inkomensondersteuning
en het moeilijk vinden om een aanvraag in te dienen. Ook nemen niet alle kinderen deel aan
culturele- en sportactiviteiten. Daarnaast speelt schaamte een rol.
Om het bereik te vergroten starten wij een aantal vervolgacties. Wij verwijzen u hiervoor naar
bladzijde 14 van de evaluatie van BUR (brief X.2020.01940 van 08.09.2020).
Vraag 10 en 11.
Er zijn verschillende onderzoeken naar de relatie tussen armoede en eenzaamheid, hierover
komen wij niets tegen in bovengenoemde stukken. Wat is uw motivatie geweest om dit niet mee
te nemen? Bent u bereid om dit alsnog te doen?
Antwoord:
De Armoedemonitor geeft inzicht in de doelgroep (omvang en kenmerken) van het
minimabeleid, alsmede het bereik van de regelingen. De gevolgen van armoede vallen buiten de
opdracht van dit onderzoek.
Vraag 12.
Uit uw klantentevredenheidsonderzoek is gebleken dat voorde meeste gebruikers het digitale
gebruik van het instrument (BUR) de belangrijkste reden is voor hun tevredenheid. De fractie van
HAP vraagt zich af hoe tevreden de gebruikers zijn over de mate van persoonlijke dienstverlening
bijv. hoe zij een gesprek ervaren heeft. Bent u bereid om onderzoek te doen naar de
tevredenheid van de gebruikers op het gebied van persoonlijke dienstverlening?
Antwoord:
Er is recent geen onderzoek gedaan naar de tevredenheid over de persoonlijke dienstverlening.
Het college is voornemens om in 2021 een klanttevredenheidsonderzoek te houden.
Vraag 13.
Volgens de armoedemonitor zou een alleenstaande ouder met een inkomen tot 110% WSM aan
vrij te besteden bedrag € 432 per maand over om vrij te besteden. Kunt u de raad de berekening
waarop dit bedrag gestoeld is doen toekomen ?
Antwoord:
Op bladzijde 48 van de armoedemonitor is gespecificeerd weergegeven hoe dit bedrag tot
stand is gekomen. Bij de berekening wordt rekening gehouden met inkomsten vanuit het Rijk
zoals de toeslagen en de tegemoetkomingen op grond van de gemeentelijke minimaregelingen.
Bij de uitgaven is rekening gehouden met de vaste lasten, huishoudelijke uitgaven en
reserveringen. Voor de uitgaven is waar mogelijk uitgegaan van lokale tarieven. De andere
bedragen zijn gebaseerd op landelijke berekeningen van het Nationaal Instituut voor
Budgetvoorlichting (Nibud).
Het budget dat overblijft is vrij besteedbaar en kan worden uitgegeven aan bijvoorbeeld een
lidmaatschap voor een (sport)vereniging of de bibliotheek, sociale en recreatieve activiteiten of
aan zakgeld voor kinderen. Voor deze vrije besteding hanteert het Nibud per huishoudtype
eveneens een normbedrag.
Vraag 14.
Het is in onze gemeente gebruikelijk om eens per 2 jaar een armoedemonitor uit te voeren.
Aangezien de gevolgen van de Corona maatregelen nog niet te overzien zijn, wil de fractie van
HAP ervoor pleiten dat de raadjaarlijks geïnformeerd wordt met dit instrument.
Bent u bereid om iederjaar een armoedemonitor uit te voeren?
Antwoord:
Ja, door het coronavirus zal het aantal inwoners met een laag inkomen toenemen. Wij
verwachten dat hierdoor ook de armoede onder onze inwoners zal stijgen. Wij gaan daarom
jaarlijks een armoedemonitor opstellen om u te informeren over de effecten en waar mogelijk
te kunnen sturen op het voorkomen en bestrijden van armoede. Dit besluit kunt u teruglezen
op pagina 2. van de brief “Armoedemonitor, inkomenseffectenrapportage, evaluatie ‘Bereken
uw recht’ en minimabeleid” (X.2020.01947 d.d. 8 september 2020).
Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,