Beantwoording schriftelijke vragen over een Onderzoek naar kindermishandeling tijdens de eerste lockdown

Onderstaande antwoorden heeft HAP ontvangen op de schriftelijke vragen die HAP heeft gesteld aan B&W over een Onderzoek naar kindermishandeling tijdens de eerste lockdown:

Geachte heer, mevrouw.

Op 12 januari 2021 ontvingen we schriftelijke vragen van de fractie van HAP over het landelijke
onderzoek van de Universiteit van Leiden naar kindermishandeling tijdens de eerste lockdown.

Onze excuses dat de beantwoording later is dan de hiervoor gestelde termijn. Onderstaand treft
u de beantwoording aan.

Voor uw informatie is het belangrijk te weten dat het landelijke onderzoek van de Universiteit
van Leiden een andere definitie van kindermishandeling hanteert, dan de definitie die we vanuit
Veilig Thuis en andere jeugdzorgpartners hanteren. Zo gaat kindermishandeling bij Veilig Thuis
over geweld en verwaarlozing in afhankelijkheidsrelaties achter de voordeur. De resultaten van
het landelijke onderzoek gaan over emotionele verwaarlozing door het niet kunnen volgen van
onderwijs. Het onderzoek gaat dus over de gevolgen van maatregelen van de overheid, en niet
over ouders die hun kinderen onderwijs ontzeggen. Bij het beantwoorden van de vragen maken
we onderscheid tussen het landelijke onderzoek en de gegevens van Veilig Thuis en
jeugdzorgpartners.

Vraag 1
Bent u bekend met dit landelijk onderzoek?

Antwoord:
Ja, we zijn bekend met dit landelijke onderzoek.
Het onderzoek geeft aan dat de schatting van het aantal slachtoffers van kindermishandeling
tijdens de eerste lockdown hoger is ten opzichte van een periode zonder lockdown.
Het onderzoek geeft vervolgens aan dat dit komt door een toename van het aantal slachtoffers
van emotionele verwaarlozing, waaronder verwaarlozing van het onderwijs en het getuige zijn
van huiselijk geweld. Vooral gezinnen met kinderen over wie al zorgen bestonden lijken
kwetsbaar.

Vraag 2
Kunt u aangeven of in Haarlemmermeer een toename is geweest van kindermishandeling tijdens
de eerste lockdown?

Antwoord:
Zoals in de inleiding beschreven, gebruikt het landelijke onderzoek een andere definitie van
kindermishandeling dan Veilig Thuis. Op basis van de officiële meldingen die worden
geregistreerd bij Veilig Thuis, is in Haarlemmermeer geen toename van kindermishandeling
tijdens de eerste lockdown waarneembaar. Veilig Thuis en de andere instanties in
Kennemerland hebben tijdens de eerste lockdown juist een afname gezien in het aantal
meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Het onderzoek van de Universiteit van Leiden concludeert ditzelfde ook landelijk en geeft aan
dat uit de landelijke cijfers van Veilig Thuis blijkt: “Dat er geen significante stijging is geweest in
het aantal ontvangen meldingen tijdens de eerste periode van de lockdown ten opzichte van
een jaar eerder”. En: “Ook wat betreft het aantal meldingen waarbij het specifiek om
kindermishandeling gaat is bij Jeugdzorg Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming
geen toename waargenomen”. Het onderzoek geeft als mogelijke reden aan: “Dat de meeste
meldingen bij Veilig Thuis van bezorgde personen en professionals rondom het gezin komen, en
dat het contact met deze personen buiten het gezin tijdens de lockdown zeer beperkt is
geweest, waardoor signalen die kunnen duiden op een onveilige situatie mogelijk minder snel
opgemerkt konden worden.”

Een andere reden dat we bij Veilig Thuis bij de meldingen geen stijging zien, terwijl het
onderzoek aangeeft dat de schatting is dat het aantal slachtoffers van kindermishandeling is
gestegen, is dat het landelijke onderzoek een andere definitie van kindermishandeling hanteert
dan Veilig Thuis. Zoals bij de inleiding al gezegd, kijkt Veilig Thuis naar geweld en verwaarlozing
van kinderen door onder andere ouders, en dus in afhankelijkheidsrelaties achter de voordeur.
De resultaten van het onderzoek gaan echter over emotionele verwaarlozing door het niet
kunnen volgen van onderwijs en het getuige kunnen zijn van huiselijk geweld. Het onderzoek
wijst dus op de gevolgen van de coronamaatregelen van de overheid en niet op ouders die hun
kinderen verwaarlozen door hen bijvoorbeeld onderwijs te ontzeggen.

Vraag 3
Kunt u aangeven of en in hoeverre de in dit onderzoek omschreven factoren van toepassing zijn
binnen de gemeente Haarlemmermeer?
3.1 Zo ja, is het college bereid de raad van deze informatie te voorzien?
3.1.1 Zo niet, dan zien we daar graag uw motivatie voor.

Antwoord:
De factoren die in het onderzoek worden genoemd spelen landelijk een rol bij het risico op
kindermishandeling en gelden ook voor Haarlemmermeer. Het gaat hier om de risicofactoren
opleidingsniveau, werkloosheid en gezinnen met vier of meer kinderen. Migratieachtergronden,
eenoudergezinnen en stiefgezinnen bleken tijdens de lockdown geen risicofactor te zijn voor
kindermishandeling.
Uit het onderzoek komt naar voren dat een laag opleidingsniveau het risico op
kindermishandeling vertienvoudigt, werkloosheid het risico op kindermishandeling

verdrievoudigt en het risico op mishandeling in gezinnen met vier of meer kinderen ruim twee
keer groter is dan in kleinere gezinnen.
In Haarlemmermeer hebben we geen onderzoek gedaan naar deze specifieke correlaties, omdat
we de kwetsbare gezinnen in Haarlemmermeer goed in beeld hebben. Zie ook het antwoord op
vraag vier. Voor verdere data verwijzen we u graag naar ons jaarlijks onderzoek over de
gemeente Haarlemmermeer en ons Jeugdonderzoek met specifieke data over onze kinderen en
jongeren, https://onderzoek.haarlemmermeergemeente.nl
https://onderzoek.haarlemmermeergemeente.nl/sites/onderzoek/files/publications/hrlm 1902 stem vd hrlmse ieugd2019 online.pdf

Vraag 4
Heeft u, al dan niet in samenwerking met ketenpartners, deze kwetsbare groep inwoners in het
vizier?

Antwoord:
Ja, deze groep inwoners is goed bij ons in beeld. Bij de eerste lockdown hebben we samen met
het samenwerkingsverband primair onderwijs, de schoolcoaches van Altra, de
jeugdgezondheidzorg en leerplicht een aanpak ontwikkeld om kwetsbare kinderen goed in
beeld te krijgen en te zorgen dat zij gebruik maken van de noodopvang. Deze noodopvang
hebben we gedurende de lockdown in samenwerking met de scholen en de kinderopvang
opgezet. Van de bij ons bekende kwetsbare kinderen zijn, voor zover bij ons en onze partners
bekend, geen kinderen tussen wal en schip geraakt tijdens de eerste lockdown. Deze gezinnen
hebben we in de tweede lockdown weer benaderd om gebruik te maken van de noodopvang.
In de tweede lockdown zagen we een stijging van het aantal kinderen dat gebruik maakt van de
noodopvang. Uit landelijke berichtgeving in de media blijkt dat ouders bij de tweede lockdown,
in vergelijking met de eerste, minder angst hadden om hun kinderen naar de noodopvang te
brengen.

Vraag 5
Bent u bereid om zich gedurende de huidige, en eventuele toekomstige, lockdown periode extra
in te zetten voor deze kwetsbare groep inwoners?
5.1 Zo ja, kunt u aangeven waar die extra inzet uit bestaat?

Antwoord:
Ja, dit doen we al. Zie ook het antwoord op vraag 4. We weten om welke gezinnen het gaat en
organiseren noodopvang voor kwetsbare kinderen. Daarbij stimuleren we dat ouders aan de bel
trekken als zij (extra) hulp nodig hebben.

Afsluitend willen we nog zeggen dat we ons realiseren dat er momenteel heel veel kinderen zijn
die een vorm van emotionele verwaarlozing ervaren. De coronaperiode duurt nu al meer dan
een jaar en we weten niet wanneer het voorbij zal zijn. De coronamaatregelen zijn voor alle
inwoners en ondernemers een beproeving, ook voor kinderen. Velen konden een lange periode
niet naar school, thuisonderwijs was een gedwongen alternatief, ze liepen achterstanden op
met lesstof, zien vriendjes minder vaak, (wedstrijd-)sporten gaan veelal niet door, bezoeken aan
opa en oma zijn veranderd, er zijn geen leuke uitjes tijdens de vakanties, zwemles gaat niet
door en ga zo maar door. Heel veel kinderen en ook hun ouders houden zich aan de
maatregelen en daar zijn we enorm blij mee.

Maar we begrijpen ook heel goed wat deze periode emotioneel met mensen doet, ongeacht de
leeftijd. De kwetsbare groep kinderen hebben we in beeld, maar we willen de andere kinderen
zeker niet vergeten. We zetten er in Haarlemmermeer dan ook op in alle kinderen en jongeren
een stevige basis te geven om gezond, veilig en kansrijk op te groeien.

We verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,

Maak direct impact!

In het HAP Opiniepanel kunnen alle inwoners van Haarlemmermeer meedoen met een opinie onderzoek. Nieuwsgierig en ook meedoen? Meld u dan nu aan! Wij horen graag uw ideeën en suggesties!

Doe mee!