Beantwoording schriftelijke vragen over noodzaak kunstgrasveld SC Badhoevedorp

Onderstaande antwoorden hebben wij gekregen op onze vragen over noodzaak kunstgrasveld SC Badhoevedorp:

Geachte heer, mevrouw,
Op 24 januari 2016 ontvingen wij schriftelijke vragen van de fractie van HAP over de noodzaak van een kunstgrasveld SC Badhoevedorp (SCB).
Onderstaand treft u de beantwoording aan.

Vraag 1:
De vragen die HAP in de raadsessie stelde over de aanleg van een kunstgrasveld op het huidige complex bij SCB waren als volgt:
‘SCB heeft veel te kampen met het slechte onderhoud waardoor meerdere wedstrijden en trainingen niet plaats kunnen vinden. Zij hebben het college ook om een kunstgrasveld gevraagd: hun ‘eerste’. We lezen in de nota nu dat vwb SCB hier niet ‘het nut en de noodzaak’ van wordt ingezien. Kunt u de Raad uitleggen waarom u dat niet inziet en welk beleid en welke eisen u hanteert om te beslissen of een vereniging wel of niet een kunstgrasveld toegekend krijgt? (1)
En hoe verklaart u dan dat in de nieuwe situatie op De Veldpost, SCB wél al een kunstgrasveld toegekend heeft gekregen’ (2)
Uw antwoord hierop was dat om de ‘nut en noodzaak’ vast te stellen u, (1) ‘de normen van de bonden hanteert’. Dit is voor u ‘het uitgangspunt om sport(kunstgras)velden al dan niet aan te leggen’. En als tweede uitgangspunt zegt u dat: ‘de capaciteit op de sportvelden wel blijvend moet zijn’.
De verklaring die u geeft m.b.t. (2) waarom er wel al in het ontwerp een kunstgrasveld voor SCB in De Veldpost is opgenomen, antwoordt u dat ‘in het kader van de te verwachten groei van SCB’ dat de reden is. Enerzijds zegt u dat spelersaantallen (leden) blijvend moeten zijn. Iets wat wij vooraf echter niet kunnen voorzien, maar achteraf pas kunnen bepalen. En anderzijds zegt u vooraf al te weten dat u door een verwachte groei al een kunstgrasveld aan SCB heeft toegekend, waarbij wij weten dat De Veldpost naar alle waarschijnlijkheid pas tussen 2020-2025 aangelegd gaat worden.

Wij constateren een tegenstrijdigheid in uw beantwoording. Kunt u nog eens uiteen zetten wat u precies bedoelt?
Antwoord:
De gemeente hanteert de Behoeftebepaling voetbalvelden 2012 (zie bijlage behoeftebepaling blanco en toelichting), de richtlijn die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) gezamenlijk met hun leden hebben opgesteld. Deze richtlijn is een momentopname aan de hand waarvan uitspraken kunnen worden gedaan over de behoefte aan wedstrijd- en trainingsruimte ten opzichte van de samenstelling van het ledenaantal over het betreffende voetbalseizoen. Op basis van de behoeftebepaling van meerdere seizoenen kunnen uitspraken worden gedaan over de te verwachten behoeften over de “langere” termijn. Voor uitspraken over de “langere” termijn (komende seizoenen en verder) dienen ook altijd demografische ontwikkelingen en ledenontwikkelingen (zoals nieuwe doelgroepenbeleid meiden- en 45+ voetbal) te worden meegenomen. Dit is niet vastgelegd in een sportbeleidsnota.
Wij hebben de afgelopen decennia een voorstel voor de uitbreiding van de veldcapaciteit aan de raad voorgelegd (zoals in het geval van W UNO, DSOV en Pancratius) indien een voetbalvereniging meerdere seizoenen (aansluitend) een ondercapaciteit aan velden heeft en rekening houdend met de hiervoor genoemde “langere” termijn ontwikkelingen.
Het aanleggen van kunstgrasvelden hangt samen met het verruimen van trainingsruimte op bestaande sportcomplexen waar geen ruimte beschikbaar was voor het realiseren van een extra natuurgrasveld. Sinds 2004 heeft uitbreiding van veldcapaciteit daarom in vrijwel alle gevallen geresulteerd in het omzetten van een bestaand natuurgrasveld naar kunstgras. Naast het feit dat een kunstgrasveld geschikt is voor zowel wedstrijden als trainingen, is een bijkomend voordeel dat het minder gevoelig is voor weersomstandigheden.
Het toewijzen van een kunstgrasveld op de nieuwe locatie van SCB komt in eerste instantie voort uit de verplaatsing van de accommodatie en daardoor het vormgeven van een nieuw voetbalcomplex, ook met betrekking tot de velden van RKSV Pancratius (Pancratius). Op de huidige locatie beschikt SCB over drie natuurgrasvelden. Mede vanwege de voorkeur van SCB op de Veldpost voor kunstgras en op basis van de huidige behoeftebepaling (zie bijlage bbp scb 2015) volstaat de veldcapaciteit op de nieuwe locatie (lees: ontwerp De Veldpost) met één kunstgrasveld en één natuurwedstrijdveld, dus twee velden in totaal. In het ontwerp voor De Veldpost zijn net als in de huidige situatie totaal acht velden opgenomen.
Op basis van een nieuwe module accommodatiezaken en demografie prognosticeert de KNVB voor Badhoevedorp en haar nabije omgeving een lichte groei aan veldbehoefte tot 2040. Deze groei komt met name voort uit de groei van meidenvoetbal. Gezien de krapte bij zowel de huidige behoeftebepaling en veldcapaciteit van zowel SCB als Pancratius is er voor gekozen om in het ontwerp van De Veldpost één extra natuurgrasveld op te nemen. Met het oog op de voorgenomen verplaatsing van SCB ligt het voor de hand om deze mogelijke groei pas te faciliteren op het nieuwe complex.

Vraag 2:
Mijn fractie heeft begrepen dat de KNVB (dé voetbalbond in Nederland en de bond waar u naar refereert in uw antwoord op 14 januari jl.), namens deze, de Verenigingsadviseur, stelt dat: ‘De vereniging (SCB) heeft volgens de behoeftebepaling op zaterdag 2 en zondag 1 wedstrijdenveld(en) nodig voor het aantal teams dat ze hebben ingeschreven bij de KNVB.’
De vereniging (SCB) kent een gemiddelde trainingscapaciteit van 755 uren. Omgerekend betekent dit een behoefte van 1 kunstgrastrainingsveld) of 1,5 natuurgrastrainingsveld. Primair kunnen er geen trainingen op de natuurgras wedstrijdvelden plaatsvinden. Op kunstgrasvelden kunnen zowel wedstrijden als trainingen plaatsvinden.’
Uit onze informatie blijkt dus dat vereniging SCB in aanmerking komt voor een kunstgrasveld. Kunt u aangeven welke ‘normen van bonden’ u in de raadsessie van 14 januari jl. bedoelde?

Antwoord:
Wij werken sinds januari 2012 nog intensiever samen met de KNVB. Hierdoor ontvangen wij elk jaar bij de start van het voetbalseizoen van de KNVB de behoeftepaling (zie bijlage behoeftebepaling blanco) per vereniging op basis van de ingeschreven leden. Zoals vermeld bij het antwoord op vraag 1 kan door het afzetten van de behoeftebepaling van een vereniging ten opzichte van de voorgaande jaren worden nagegaan of en zo ja wanneer extra veldcapaciteit wenselijk is, als daarbij ook rekening wordt gehouden met ontwikkelingen op de “langere” termijn. Op basis van de ontvangen behoeftebepalingen over de afgelopen seizoenen (zie bijlagen bbp scb 2012 t/m 2015) kan worden geconstateerd dat SCB in 2015 ten opzichte van de voorgaande jaren is gegroeid. Zo had de vereniging in zowel 2012, 2013 en 2014 18 teams, ten opzichte van 26 teams in 2015. Naar verluidt heeft deze groei te maken met de enorme ondercapaciteit aan trainingsruimte bij buurman Pancratius en de onderbezetting van de trainingsruimte bij SCB, waardoor meerdere teams zijn overgestapt.
De behoeftebepaling 2015 toont aan dat SCB voor het eerst aan het maximale gebruik van haar trainingsveld zit. Daarnaast wordt het hoofdveld het gehele weekend goed benut voor
wedstrijden en het achterste veld (3e veld) enkel voor een aantal wedstrijden op de zaterdag. De vereniging komt pas in aanmerking voor extra veldcapaciteit wanneer deze stijging van het ledenaantal minimaal wordt vastgehouden, zie ook het antwoord op vraag 1.
In het specifieke geval van 755 trainingsuren volstaat volgens de vastgestelde behoeftebepaling één trainingsveld. De toelichting van de behoeftebepaling (zie bijlage toelichting behoeftebepaling) zegt daarover het volgende:
Voor de berekening van de trainingsuren is aangenomen dat elk team globaal genomen 2 maal 80 minuten traint gedurende 40 weken. Een goed onderhouden natuurgras trainingsveld kan circa 700-800 gebruiksuren aan (een en ander hangt af van ligging, gebruik in combinatie met weersomstandigheden, grondslag, etc).
Bij dit model wordt uitgegaan van een efficiënte indeling en benutting (c.q. gebruik van het trainingsveld waarbij de gebruiker zich moet aanpassen aan de tijden (compacte indeling). Kortom, vier of vijf trainingsavonden plus de woensdagmiddag (met een maximale organisatorische capaciteit van 880 uur per jaar (40 weken x 5 dagen x 4 uur + woensdagmiddag 2 uur = 880 uur);

Vraag 3:
Kunt u, de Raad informeren en aangeven waarom u een andere mening heeft?
Antwoord:
Aan de hand van het bovenstaande zijn wij afgelopen jaar diverse keren in gesprek gegaan met het bestuur van SCB. In deze gesprekken is herhaaldelijk door het bestuur aangegeven dat de voornaamste pijn niet in de veldcapaciteit zit, maar in de kwaliteit van de velden. In de zomer van 2015 is daarom extra onderhoud gepleegd aan het trainingsveld. In de meest recente gesprekken hebben wij het bestuur van SCB aangegeven ook extra onderhoud te willen verrichten in de zomerstop van 2016 aan het hoofdveld om zodoende de kans op afgelastingen te verminderen. We zetten ons hier voor in, maar zijn beperkt in onze mogelijkheden. De weersomstandigheden spelen daarbij ook een cruciale rol.

Vraag 4:
Kunt u, indien u andere normen hanteert als die van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, de Raad informeren naar welke bonden u als dan refereert. En kunt u als dan aangeven wat die normen dan betreffen?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 1 en 2.

Vraag 5:
Kunt u, aangeven waarom u van mening bent dat er geen stabiele groei en dus blijvende capaciteit is bij SCB?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 6:
Voetbalclub SCW te Rijsenhout heeft in vergelijkbare omstandigheden reeds een kunstgrasveld op hun terrein. Kunt u de Raad informeren wanneer voetbalclub SCW te Rijsenhout hun huidige kunstgrasveld aangelegd heeft gekregen en op basis van welke cijfers?

Antwoord:
Het gaat om de intensiteit van het bespelen van de velden op zaterdag en zondag. Het vergelijken van de situatie van SCB met die van SCW is nauwelijks mogelijk. SCW is een zaterdagvereniging, wat inhoudt dat alle wedstrijden alleen op zaterdag worden gespeeld. Hierdoor zijn volgens de behoeftebepaling op zaterdag drie wedstrijdvelden nodig. De vereniging had de beschikking over 2 natuurgras wedstrijdveldvelden en 1 natuurgras trainingsveld. Het trainingsveld is in 2006 vervangen door kunstgras, om zodoende de wedstrijdcapaciteit te verruimen en met een bijkomend voordeel dat deze toplaag weerbestendiger is.

Vraag 7:
Kunt u de Raad uitleggen waar nu het verschil zit in opvatting om voor SCB geen kunstgrasveld aan te leggen?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 6.

Vraag 8:
Kunt u, voor de Raad de voorwaarden en eisen om een kunstgrasveld al dan niet aan te leggen inzichtelijk maken?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 1 en 2.

Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer.
 

 

Maak direct impact!

In het HAP Opiniepanel kunnen alle inwoners van Haarlemmermeer meedoen met een opinie onderzoek. Nieuwsgierig en ook meedoen? Meld u dan nu aan! Wij horen graag uw ideeën en suggesties!

Doe mee!