Beantwoording schriftelijke vragen Terugvorderingen op inwoners en lokale ondernemers

Onderstaande antwoorden heeft HAP ontvangen op de schriftelijke vragen die HAP gesteld aan B&W over de Terugvorderingen op inwoners en lokale ondernemers:

 

Geachte heer, mevrouw.

Op 30 maart 2021 ontvingen wij schriftelijke vragen van de fractie van HAP over
terugvorderingen op inwoners en lokale ondernemers.
Onderstaand treft u de beantwoording aan.

Vraag 1.
Bent u op de hoogte van deze ontwikkelingen en kunt u ons aangeven hoeveel ondernemers
vanuit de TOZO zich hebben aangemeld voor schuldhulpverlening?

Antwoord:
Ja, wij zijn goed op de hoogte van de situatie van onze ondernemers. Er zijn inderdaad
ondernemers die niet direct in staat zijn om de ten onrechte of te hoog verstrekte uitkering op
grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) terug te betalen.
Op dit moment zien wij echter nog geen extra aanmeldingen voor schuldhulpverlening sinds het
uitbreken van de coronacrisis.

Vraag 2.
Terugvorderingen moeten op artikel 58, eerste lid, van het Participatiewet worden uitgevoerd.

a. Is uw college in gesprek met deze ondernemers om tot een regeling te komen binnen
genoemde wet?

b. Zo ja, op welke manier denkt uw college deze ondernemers te ontzien in een tijd waarin de
omzetten voor veel zelfstandigen nog steeds minimaal zijn?

Antwoord:
Wanneer ondernemers bij ons aangeven dat zij niet in staat zijn om de ten onrechte verstrekte
bijstand terug te betalen gaan wij met deze ondernemers op zoek naar een oplossing. De
terugbetaling stemmen wij af op de situatie van de betrokken ondernemer. Een mogelijke
oplossing is bijvoorbeeld het verlenen van uitstel van betaling of betaling in termijnen. Wij zijn
van mening dat niet iedere ondernemer met een generieke regeling geholpen is, maar dat
maatwerk nodig is.

Vraag 3.
Bent u het met mijn fractie eens dat een minnelijke schuldregeling ofzelfs een kwijtschelding
mogelijke oplossingen kunnen zijn ? Zo niet, wat zijn de alternatieven om deze ondernemers bij
te staan in relatie tot de liquiditeitsproblematiek bij deze specifieke ondernemers?

Antwoord:
Een uitkering op grond van de Tozo hoeft in principe niet te worden terugbetaald. Dit is alleen
het geval als achteraf blijkt dat een voorschot/Tozo-uitkering te hoog was of ten onrechte is
verstrekt, dan moet het verschil worden terugbetaald.
Bij de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand zijn de bepalingen van de
Participatiewet en de Beleidsregels terugvordering en invordering gemeente Haarlemmermeer
2021 van toepassing. Daardoor zijn wij in een aantal situaties verplicht om de bijstand terug te
vorderen. Dit speelt met name wanneer door de aanvrager onjuiste informatie is verstrekt.
Wij hanteren de lijn dat er sprake is van uitstel en geen afstel van terugbetaling van ten
onrechte verstrekte bijstand. Wanneer de situatie hierom vraagt zullen wij samen met de
ondernemer zoeken naar een passende oplossing.

Vraag 4.
Is uw college voorbereid op de mogelijke vorderingen op inwoners met betrekking tot de TONK?
Zo niet, wat kan uw college op voorhand doen om inwoners niet nog meer te belasten wanneer
achteraf blijkt dat men een deel van het ontvangen bedrag ten onrechte heeft ontvangen?

Antwoord:
Ja, wij zijn voorbereid op de mogelijke terugvordering van de verstrekte tegemoetkomingen op
grond van de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK). Terugvordering van de
TONK is overigens alleen aan de orde indien achteraf blijft dat er onjuiste informatie is
verstrekt. Dan is er mogelijk sprake van een schending van de inlichtingenplicht en zijn wij
verplicht de tegemoetkoming op grond van de Participatiewet terug te vorderen.
De wethouders sociale zaken hebben in G40 verband meerdere keren aandacht gevraagd bij het
kabinet voor versoepeling van de voorwaarden waaronder de rijksregelingen door gemeenten
moeten worden uitgevoerd, zoals het afschaffen van de partnertoets. Tot op heden is hier nog
geen gehoor aan gegeven.

Vraag 5.
Gemeenten krijgen vanuit het Rijk een vergoeding voor het afhandelen van proces-aanvragen en
bezwaren.
a. Hoe verhoudt de vergoeding zich vanuit het Rijk tot de werkelijk gemaakte kosten in relatie
tot de TOZO?
b. Hoe verhoudt de vergoeding zich vanuit het Rijk tot de werkelijk gemaakte kosten in relatie
tot de TONK?

Antwoord:
Gemeenten worden volledig gecompenseerd voor de uitvoering van de Tozo. Dit geldt voor
zowel het gedeelte van de kosten voor aanvullende bijstand voor levensonderhoud als voor de
leningen voor bedrijfskapitaal. Daarnaast ontvangt de gemeente voor de Tozo per besluit een
vergoeding. Voor een aanvraag levensonderhoud ontvangt de gemeente een bedrag van € 450
en voor een aanvraag bedrijfskapitaal € 800. Dit betreft een vaste inclusieve vergoeding voor
alle uitvoeringskosten van de gemeente. Binnen deze vergoeding vallen bijvoorbeeld ook alle
afhandelingen in de komende jaren ten aanzien van rentebetalingen, terugbetalingen van de
leningen en benodigde inspanningen in het kader van rechtmatigheid en het voorkomen van
misbruik en oneigenlijk gebruik. Het is daarom op dit moment niet mogelijk om de verhouding
aan te geven tussen de vergoeding vanuit het Rijk en de werkelijk gemaakte kosten door de
gemeente.

Ook voor de TONK is op dit moment niet aan te geven wat de verhouding is tussen de
werkelijke gemaakte kosten en de TONK-uitkeringen. Voor deze regeling wordt van het Rijk één
bedrag ontvangen dat is bedoeld voor de verstrekking van voorzieningen op grond van de TONK
en de uitvoering.

Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van gemeente Haarlemmermeer

Maak direct impact!

In het HAP Opiniepanel kunnen alle inwoners van Haarlemmermeer meedoen met een opinie onderzoek. Nieuwsgierig en ook meedoen? Meld u dan nu aan! Wij horen graag uw ideeën en suggesties!

Doe mee!