Beantwoording schriftelijke vragen transformatorstation Rijsenhout

Onderstaande antwoorden ontving HAP op  schriftelijke vragen over het 150 kV- transformatorstation:

Geachte heer, mevrouw,

Op 25 april 2017 ontvingen wij schriftelijke vragen van de fractie van HAP over het 150 kV- transformatorstation.
Onderstaand treft u de beantwoording aan.

Vraag 1:
In de collegevergadering van 16 maart 2016 heeft het college ingestemd met het starten van fase 2 van het haalbaarheidsonderzoek en in de brief van 11 januari TenneT i.s.m. Liander stelt u dat fase 2 is afgerond en citeert u uit de resultaten. Het resultaat van de Haalbaarheidsstudie 150 kV transformatorstation en ondergrondse verbindingen resultaten fase 1 heeft u wel ter kennisname aan de raad gestuurd. Bent u bereid ook het haalbaarheidsonderzoek 150 kV transformatorstation en ondergrondse verbindingen fase 2 aan de Raad te zenden?
Antwoord:
Wij hebben TenneT en Liander verzocht om het door hen uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek fase 2 te mogen delen. In tweede instantie is hier mee ingestemd. Het rapport is bijgevoegd.

Vraag 2:
Heeft het college het project ‘Transformatorstation en kabeltracés A4-zone’ aangemeld voor de 13e tranche van de Crisis- en herstelwet?
Is het juist dat het project ‘Transformatorstation en kabeltracés A4-zone’ door koninklijk Besluit op 12 oktober 2016 opgenomen is in de bijlage II van de Crisis- en herstelwet (Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet veertiende tranche).
Antwoord: 
Ja, het project is aangemeld voor de 13e tranche van de Crisis- en herstelwet, zoals in het collegebesluit van 16 maart 2016 aangekondigd. In het collegebesluit staat uitgelegd dat voor projecten die zijn aangewezen in bijlage II van de Crisis- en herstelwet een aantal bepalingen geldt die ervoor zorgen dat eventuele beroepsprocedures sneller beslecht worden.
Ja, op 12 oktober 2016 is het gehele zoekgebied van het project opgenomen in bijlage II van de Crisis- en herstelwet. Het was hiervoor niet nodig om de definitieve locatie van station en kabeltracés te weten, het benoemen van de zoekgebieden volstond hiervoor.

Vraag 3:
Het antwoord op onze vraag tijdens het raadsplein van 13 april jl. “Zijn er reeds juridische of planologische procedures gestart c.q. in gang gezet? Bijv. Omgevingsaanvraag, Crisis- en herstelwet?” werd als antwoord gegeven;”(…) er is geen omgevingsvergunning of iets van dien aard aangevraagd”
Kan het college ons uitleggen welke procedures zijn of worden nog gestart en doorlopen ten aanzien van de locatiekeuze en vestiging van het 150 kV transformatorstation en het kabel tracé?
Antwoord:
Voor het project dient een bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen; de procedure hiervoor is nog niet gestart. Daarnaast dient voor de bouw en het gebruik van het 150 kV- transformatorstation, evenals voor de aanleg van de kabelverbinding, een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Voor het onderwerp Crisis- en herstelwet verwijzen wij naar de beantwoording van vraag 2.

Vraag 4:
Is het juist dat de werkzaamheden ten behoeve van het kabel tracé reeds zijn gestart? Leiden deze werkzaamheden tot een onomkeerbare situatie t.a.v. de locatiekeuze van het transformatorstation? Kunt u dit nader duiden?
Antwoord:
Nee, er is nog geen sprake van een onomkeerbare situatie omdat nog geen werkzaamheden voor het 150 kV-kabeltracé zijn gestart. De werkzaamheden die nu plaats vinden waren reeds gepland in het kader van andere projecten. Het betreft de aanleg van een persriool van het Hoogheemraadschap van Rijnland van Aalsmeer naar Zwaanshoek en het leggen van 20 kV-kabels voor de stroomvoorziening voor het bedrijventerrein van SADC bij Hoofddorp en voor de stroomvoorziening van Schenkeveld. Daarnaast hebben in deelplan 5 van PrimA4a detectiewerkzaamheden voor niet gesprongen explosieven plaatsgevonden, om te kunnen anticiperen op toekomstige ontwikkelingen.
Er is geen sprake van een onomkeerbare situatie ten aanzien van de locatiekeuze.

Vraag 5:
In uw brief van 11 januari 2017 aan TenneT i.s.m. Liander geeft u aan mee te willen werken aan realisering van het transformatorstation op locatie 2A c.q. 2B (reserve locatie). Waarom heeft het college in de brief geen voorkeur uitgesproken voor locatie 1 ?
Antwoord:
De keuze over de locatie wordt door TenneT en Liander gemaakt bij de definitieve aanvraag voor een omgevingsvergunning. Het college heeft een reactie gegeven op de haalbaarheidsstudiefase 2 in de brief van 11 januari 2017. Daarin hebben wij aangegeven dat wij de locaties bij Rijsenhout (2a en 2b) als mogelijk geschikt zien en hebben wij aandachtspunten meegegeven voor de uitwerking van locatie 2a.
Ter voorbereiding op onze inzet in een bestuurlijk overleg over het transformatorstation met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, het Ministerie van Economische Zaken, Tennet en Liander en gemeente hebben wij opdracht gegeven om voor alle drie de locaties die in haalbaarheidsstudie fase 2 zijn opgenomen een objectieve ruimtelijke vergelijking uit te werken.

Vraag 6:
In de brief van 11 januari 2017 schrijft u dat er in januari nog een gesprek plaats vindt tussen Schiphol en het ministerie van Infrastructuur en Milieu in relatie tot de parallelle Kaagbaan. Bent u bekend met de uitkomst van dit overleg en kunt dit met ons delen?
Antwoord:
Er hebben twee ambtelijke gesprekken plaatsgevonden tussen TenneT en Liander, Royal Schiphol Group, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de gemeente (op 26 januari en 16 maart jl.). De ambtelijke signalen waren dat het Rijk geen voorstander is van de locaties 2a en 2b en voornemens is een zienswijze in te dienen tegen een bestemmingsplan voor de voorkeurslocatie van TenneT en Liander. De argumenten hiervoor zijn niet op schrift gesteld door het Rijk.
Een bestuurlijk overleg tussen directie van TenneT en Liander en gemeente heeft plaatsgevonden op 20 april jl. Een afspraak op directieniveau met TenneT en Liander en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de gemeente en wellicht ook de Royal Schiphol Group is in de maak. Ten behoeve van onze inzet in het overleg maakt de gemeente de onder antwoord 5 genoemde objectieve ruimtelijke vergelijking van alle drie de locaties.
De definitieve uitkomst van dit overlegtraject is nog niet bekend.

Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,

De secretaris                                            De burgemeester
drs. Carel Brugman                                   drs. Theo Weterings

 

 

 

 

 

Maak direct impact!

In het HAP Opiniepanel kunnen alle inwoners van Haarlemmermeer meedoen met een opinie onderzoek. Nieuwsgierig en ook meedoen? Meld u dan nu aan! Wij horen graag uw ideeën en suggesties!

Doe mee!