Beantwoording schriftelijke vragen van de fracties van de VVD, HAP, het CDA en de PvdA over tekorten binnen het sociaal domein

Onderstaande antwoorden hebben wij ontvangen van B&W op de schriftelijke vragen over de tekorten binnen het sociaal domein:

Geachte heer, mevrouw,

Op 2 oktober 2020 ontvingen wij schriftelijke vragen van de fracties van de VVD, HAP, het CDA
en de PvdA over tekorten binnen het sociaal domein. Onderstaand treft u de beantwoording
aan.

Op 24 september ontvingen wij een brief van het college (X.2020.04210) waarin melding is
gedaan van een financiële tegenvaller. Op basis van de huidige inzichten verwacht het college
uit te komen op een tekort van 7,6 miljoen binnen het sociaal domein. Naar aanleiding van deze
melding hebben wij behoefte aan extra informatie en hebben wij de volgende vragen aan u:

Met betrekking tot Jeugdzorg:

Vraag 1
Volgens de genoemde brief vloeit 72 procent van de verwijzingen voort uit wettelijke verwijzers.
Hieruit concluderen wij dat 28 procent van de jeugdzorgkosten, voortvloeien uit onze
gemeentelijke verwijzers en daarmee beïnvloedbaar is door ons. Graag krijgen wij een overzicht
van de soorten jeugdzorg die dat betreft en een overzicht van wie die verwijzers zijn.

Antwoord:
Onze gemeentelijke verwijzers zijn de consulenten van het Meer-team, Centrum voor Jeugd en
Gezin en het team Zorg en Ondersteuning van sociale dienstverlening, leerplichtambtenaren en
de voorzitter van de beschermingstafel. Daarnaast zijn jeugdverpleegkundigen,
orthopedagogen, schoolcoaches en de zorgcoördinator van Stichting Kinderopvang
Haarlemmermeer (SKH) gemandateerd om namens de gemeente te verwijzen. Onze
gemandateerde professionals verwijzen naar alle vormen van jeugdhulp (van ambulante
jeugdhulp en jeugd-ggz, tot jeugdbescherming en vormen met verblijf). Bijlage 1 geeft een
overzicht van de ingezette beschikkingen die door de gemandateerde professionals in 2019 en
tot en met september 2020 zijn afgegeven.

Vraag 2
Sommige gemeentes maken gebruik van de mogelijkheid van het instellen van een plafond voor
zorgaanbieders. Op die manier zou er betere sturing mogelijk zijn. Kunt u aangeven ofdit één
van de maatregelen zijn die u in overweging neemt en kunt u aangeven wat de mogelijke
gevolgen zijn van het instellen van een dergelijk plafond?

Antwoord:
Dit is één van de maatregelen die wij in overweging nemen. De huidige overeenkomsten bieden
echter geen mogelijkheid voor het eenzijdig opleggen van een budgetplafond. Het instellen van
een budgetplafond kan alleen met de instemming van de zorgaanbieders. De uitwerking en
mogelijke gevolgen (zoals het ontstaan van wachtlijsten) van het instellen van budgetplafonds
wordt in nota van B&W ‘Maatregelen oplopend tekort Jeugdhulp en Wmo’ (2020.0002643)
beschreven. Deze nota wordt eind oktober aan de raad ter bespreking aangeboden.

Vraag 3
Graag ontvangen wij een overzicht van de zorgaanbieders waarmee de gemeente contracten
heeft gesloten en daarbij een overzicht van welke zorgaanbieders extreem uit de pas lopen
m.b.t. wat is geprognotiseerd.

Antwoord:
In bijlage 2 bij deze brief vindt u een overzicht van de top 45 van onze grote zorgaanbieders
Jeugdhulp en voor een volledig beeld ook van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo).
In totaal hebben we met ruim 200 zorgaanbieders overeenkomsten voor het leveren van
Jeugdhulp en Wmo.
De begroting van het Programma Zorg en Werk is ingericht op basis van zorgcategorieën. Op
basis van die categorieën prognosticeren we. Zorgaanbieders leveren vaak zorg in verschillende
categorieën. Niet de zorgaanbieders maar de zorgvraag loopt uit de pas. Volume en zwaarte van
de zorg maken dat de kosten voor Jeugdhulp aanzienlijk zijn gestegen. De top 45 aanbieders
bieden met elkaar voor € 41,5 miljoen aan zorgkosten jeugdhulp en Wmo hulp. Dat is 86% van
de totale kosten (€ 47,8 miljoen) aan jeugdhulp en Wmo hulp.

Vraag 4
Wat zijn de tarieven die de gemeente Haarlemmermeer hanteert en in hoeverre komen die
overeen met andere gemeentes?

Antwoord:
Bij de inkoop van de Jeugdhulp en Wmo is uitgangspunt geweest dat we een reële prijs betalen
voor de zorg, om op die wijze ook de kwaliteit te borgen. Deze reële prijs is niet een
standaardtarief voor alle aanbieders maar een prijs die is gebaseerd op een aantal
kostprijselementen. Voor de Wmo is deze reële prijs al vastgelegd in een Algemene Maatregel
van Bestuur (AMvB), voor de Jeugdhulp is dit reële tarief reeds in de wet verankerd.
Als handreiking aan gemeenten ten aanzien van de invulling van deze tarieven zal op 1
april 2021 een AMvB van kracht worden waarin de diverse kostprijselementen voor jeugdhulp
worden vastgelegd.
Door de financiële situatie van zorgaanbieder Kenter is duidelijk geworden dat het tarief dat wij
betalen reëel is in vergelijking met de regio IJmond en Zuid-Kennemerland (waaronder Haarlem). Zij hebben ter compensatie eenmalig lokale steun
moeten bieden en opnieuw moeten inkopen.

Vraag 5
Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn geweest van de intelligente lockdown periode op de
jeugdzorg? Het beeld ontstaat dat in deze periode de kosten zijn gestegen. Kan er een uitspraak
worden gedaan over de rechtmatigheid van deze kosten. Zo ja, welke?

Antwoord:
Wij kunnen op dit moment (nog) niet een directe correlatie aangeven tussen de intelligente
lockdown periode en de stijging van kosten. De verhoogde vraag naar en zwaarte van de zorg is
een ontwikkeling van voor de corona periode en die ontwikkeling zet zich ook voort in 2020.
Veel zorg kon tijdens de lockdown niet meer op de reguliere wijze worden aangeboden. Samen
met aanbieders is gekeken hoe de zorg zo goed mogelijk op een alternatieve wijze ingezet kon
worden om zorgcontinuïteit aan onze inwoners te bieden.
Aannemelijk te maken valt dat het inzetten van alternatieve zorg, de onzekerheden en
veranderende omstandigheden rondom corona voor inwoners ertoe kan hebben geleid dat de
zorgvraag groter is geworden. We kunnen dit echter in zijn algemeen niet één op één terug
herleiden. We ontvangen wel eerste signalen van zorgaanbieders dat inwoners minder vaak een
beroep kunnen doen op het sociale netwerk waardoor mogelijk de vraag naar zorg toeneemt.
Met betrekking tot de rechtmatigheid van de kosten wordt de reguliere werkwijze gehanteerd.
Facturen worden ingediend via het berichtenverkeer (digitale uitwisseling van gegevens tussen
gemeente en zorgaanbieders) en worden automatisch gecheckt op de aanwezigheid van een
geldige beschikking. Middels steekproeven worden aanbieders gevraagd om aan te tonen dat
de zorg daadwerkelijk is geleverd. Deze methode is akkoord bevonden door onze accountant
PwC.

Met betrekking tot WMO:

Vraag 6
Graag ontvangen wij een cijfermatige onderbouwing van de stijging van de kosten. Welke
soorten aanvragen zijn gestegen, met welke bedragen etc;

Zorgcategorie 2018 (realisatie):
Begeleiding volwassenen*: €3.556.952
Hulp bij het huishouden*: € 1.410.413
Wmo hulpmiddelen en woonvoorzieningen: €3.491.934
Totaal: €8.459.299

Zorgcategorie 2019 (realisatie):
Begeleiding volwassenen*: € 3.348.397
Hulp bij het huishouden*: € 3.393.776
Wmo hulpmiddelen en woonvoorzieningen: € 4.573.524
Totaal: €11.315.697

Zorgcategorie 2020 (prognose) ^ % ten opzichte van 2018:
Begeleiding volwassenen*: € 3.707.016 ^ 4%t.o.v. 2018
Hulp bij het huishouden*: € 3.884.936 ^ 175% t.o.v. 2018
Wmo hulpmiddelen en woonvoorzieningen: € 4.742.235 ^ 36%t.o.v. 2018
Totaal: € 12.334.187 ^46% t.o.v. 2018

* Tot 1 juli 2018 werd Hulp bij het huishouden niet apart geregistreerd, maar als onderdeel van
begeleiding volwassenen.

Antwoord:
De stijging van de toekenningen van aanvragen en daarmee de kosten is met name te zien in de
zorgcategorieën begeleiding, hulp bij het huishouden en woningaanpassingen (inclusief
trapliften). In onderstaand overzicht wordt aangegeven wat de stijging is per zorgcategorie. In
dit overzicht zijn alleen de zorgcategorieën opgenomen waar een significante stijging is te zien.
De stijging van de kosten in de zorgcategorie Wmo hulpmiddelen en woonvoorzieningen wordt
met name veroorzaakt door woningaanpassingen en vervoersvoorzieningen. De stijging op deze
onderdelen is groter dan binnen de totale zorgcategorie te zien is. We zien ook een stijging door
de invoering van het abonnementstarief.

Met betrekking tot PGB:

Vraag 7
Wat is de oorzaak van de stijging van de PGB kosten, welke soort aanvragen zijn gestegen met
welke bedragen en is deze stijging corona gerelateerd?

Antwoord:
We zien geen stijging van de kosten van de Persoonsgebonden budgetten (Pgb’s) in 2020 ten
opzichte van 2019. De stijging in 2020 is daarmee niet of nauwelijks corona gerelateerd. Net als
in 2019 zijn de uitgaven voor Pgb’s voor de Jeugdwet in 2020 aanzienlijk hoger dan begroot. De
overschrijding van de begroting wordt met name verklaard doordat enkele kinderen intensieve zorg
nodig hebben. Drie toegekende Pgb’s (op een totaal aantal van 130 Pgb’s) zijn op jaarbasis
verantwoordelijk voor 26% van de totale geprognotiseerde kosten.

Vraag 8
Hoe doet Haarlemmermeer het in vergelijking met andere gemeenten wanneer het gaat om
aangevraagde zorg per inwoner?

Antwoord:
Vergelijken we de landelijke cijfers (het gaat hier om gebruik) over jeugdhulp in de tweede helft
van 2019 met die van Haarlemmermeer, dan ontstaat het volgende beeld: landelijk ontving 10,5
procent van alle jongeren tot 18 jaar jeugdhulp tegenover 10,0 procent in Haarlemmermeer.
Voor jeugdhulp zonder verblijf is dat respectievelijk 10,3 om 9,9 procent, voor jeugdhulp met
verblijf 1,1 om 0,7 procent en voor jeugdbescherming 1,1 om 0,6 procent
(bron: www.waarstaatiegemeente.nl).

Vergelijken we de landelijke cijfers (het gaat hier eveneens om gebruik) over Wmo in de tweede
helft van 2019 met die van Haarlemmermeer, dan ontstaat het volgende beeld: kijken we naar
het aantal huishoudens per 1.000 inwoners dat gebruik maakt van een voorziening dan zijn dat
er landelijk 99 en in Haarlemmermeer 66. Kijken we naar het aantal inwoners met een
Wmovoorziening dan is het beeld bij ondersteuning thuis 2 per 1.000 in Haarlemmermeer tegenover
17 landelijk, voor hulp bij het huishouden 3 per 1.000 in Haarlemmermeer tegenover 24
landelijk en tot slot voor hulpmiddelen en diensten 32 per 1.000 in Haarlemmermeer tegenover
41 landelijk (bron: www.waarstaatiegemeente.nl).

Als gevolg van het abonnementstarief zien we bij de Wmo zowel landelijk als lokaal de vraag
naar zorg (o.a. hulp bij het huishouden) toenemen. Landelijk zien we in 2019 ten opzichte van
2018 een groei in het gebruik van 6, 29 en 52 procent voor respectievelijk lage, midden en hoge
inkomens. Voor Haarlemmermeer is dat respectievelijk 5, 28 en 51 procent. Opvallend is dat
met name inwoners met hoge inkomens meer gebruik maken van de Wmo.
(bron: Centraal Administratie Kantoor).

Vraag 9
In vergelijkbare gemeentes wordt aan de hand van een voorspelmodel de zorg
aanvragen geprognosticeerd. Is het een overweging om dit model nader te bekijken en
eventueel toe te passen in Haarlemmermeer om daarmee de aanvragen in de toekomst
inzichtelijker te maken?

Antwoord:
Verschillende gemeenten werken met verschillende voorspelmodellen (dat is een
datatoepassing waarmee gemeenten de uitgaven kunnen voorspellen) gebaseerd op de lokale
inrichting van het sociaal domein. Deze zijn niet altijd één op één toepasbaar in een andere
gemeente. Wij bekijken ook modellen van andere gemeenten en op basis daarvan verbeteren
wij waar mogelijk ons model. Het voorspellen van trends voor de langere termijn met behulp
van demografische of andere niet financiële data en de impact die zij hebben op het
zorgbudget, is in ontwikkeling. We verwachten een eerste prototype in de eerste helft van
2021. Wij volgen in dit verband de landelijke studies en resultaten zoals het Wmo
voorspelmodel van de gemeente Den Haag.

Vraag 10
Waarom is de taakstelling nog niet gerealiseerd en wanneer kunnen we de realisatie
verwachten?

Antwoord:
Bij de VJR 2018 is besloten om in 2019 (€ 1,0 miljoen) en vanaf 2020 € 1,5 miljoen als
taakstelling op te nemen in het sociaal domein. Bij de Voorjaarsrapportage 2020 hebben we
daarvan € 0,1 miljoen gerealiseerd waardoor de huidige taakstelling € 1,4 miljoen is. Helaas
moeten we constateren dat het realiseren van deze taakstelling, onder de huidige
omstandigheden van de toenemende vraag naar hulp, niet eenvoudig is. Als invulling van de
taakstelling maar vooral ook om de transformatie in het sociaal domein kracht bij te zetten
kondigden we in de Voorjaarsrapportage 2020 vijf maatregelen aan, waarvan twee bestaande
en drie nieuwe. Genoemde maatregelen vergen een lange termijn aanpak. Ook al plukken we er
op onderdelen nu al de vruchten van, in algemene zin is het helaas nog te vroeg voor het
benoemen van effecten en is de taakstelling nog niet gerealiseerd. De eerste resultaten zijn
mogelijk vanaf 2022 zichtbaar.

We schetsen hier kort de stand van zaken.

  1. Aanpak van multiproblematiek: dit jaar voeren we achttien actieonderzoeken uit
    waarin we een doorbraak proberen te bereiken in complexe problematiek bij gezinnen.
    Dat doen we al lerend door gaandeweg lessen op de niveaus van uitvoering, beleid en
    bestuur met elkaar te verbinden.
  2. Inzet op praktijkondersteuners j-GGZ bij de huisartsen: na een geslaagde pilot
    (positieve behandelresultaten en patiëntervaringen, in 2019 is 55 procent van de
    jongeren die gezien is niet doorverwezen naar basis of specialistische j-GGZ) zetten we
    deze maatregel structureel voort.
  3. Samen met verwijzers beperken van de instroom in jeugdhulp: in de afgelopen
    maanden hebben we de eerste stappen gezet in de uitvoering van deze maatregel.
  4. Samen met aanbieders beheersen van kosten: als gevolg van het uitbreken van het
    coronavirus had het regelen van de continuïteit van zorg en ondersteuning prioriteit en
    zijn we samen met aanbieders tot nu toe onvoldoende toegekomen aan de uitvoering
    van deze maatregel.
  5. Handhaving en naleving van Jeugdwet en Wmo/ terugdringen oneigenlijk gebruik: na
    een periode van voorbereiding zijn we in september 2020 daadwerkelijk gestart met de
    pilot (zie ook raadsvoorstel Pilot intensivering handhaving Wmo en Jeugdwet en 2e
    wijziging Verordening sociaal domein gemeente Haarlemmermeer 2019, 2020.0000956).

Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,
de secretaris, de burgemeester,

Maak direct impact!

In het HAP Opiniepanel kunnen alle inwoners van Haarlemmermeer meedoen met een opinie onderzoek. Nieuwsgierig en ook meedoen? Meld u dan nu aan! Wij horen graag uw ideeën en suggesties!

Doe mee!