Bijdrage van de sessie over de ombuigingen
Onderstaand is de bijdrage die Charif El Idrissi tijdens de sessie over de ombuigingen heeft uitgesproken:
We staan aan de vooravond van één van de grootste uitdagingen die onze gemeente voor zijn kiezen krijgt. Gemeenten zijn wettelijk verplicht een sluitende begroting te hebben. Ons huishoudboekje is verre van rooskleurig en tijden waar de bergen tot aan de hemel reikten zijn definitief voorbij. De gevolgen van de economische crisis zijn nu ook op lokaal niveau sterk voelbaar. Waar het college spreekt over een strategische heroriëntatie, heet het in de volksmond gewoon bezuinigingen. En zo zien onze inwoners het ook, voorzitter.
Er staat ons als raad daarom een verdomd lastige taak te wachten. Het vinden van ombuigingen van maar liefst 20 miljoen euro zal absoluut geen ‘walk in the park’ zijn, maar een intensief proces waarin de algehele raad zich dient te beseffen dat de beslissingen die we nemen voor velen hard zullen aankomen.
Er zijn grofweg drie smaken die we vanavond zullen bespreken: minder geld uitgeven, inkomsten verhogen of een combinatie daarvan.
Gezien de omvang van de besparingsopgave gaat het dus om ingrijpende veranderingen. Veranderingen die onze inwoners, ondernemers, maar ook vrijwilligers, verenigingen en maatschappelijke organisaties linksom of rechtsom zullen voelen.
De zoektocht naar wat voor gemeente we willen zijn lijkt door de ombuigingen te worden afgedwongen. Waar het vinden van oplossingen voor de tekorten binnen Jeugdzorg aanvankelijk onze enige kopzorg leek, bleek de omvang van het tekort in de meerjarenbegroting veel groter dan dat. Waardoor die tekorten precies zijn ontstaan is nog niet geheel duidelijk. We hebben dus nog geen finale zekerheid over de totale omvang van de bezuiniging. Ik roep het college dan ook op om vaart te maken met het aanleveren van relevante informatie, zodat de raad in deze zo belangrijke taak beschikt over alle informatie om weloverwogen deze moeilijke keuzes te kunnen maken.
Wat heeft ertoe geleid dat we in deze financiële malaise terecht gekomen zijn? Als eerste is de samenleving de afgelopen decennia ingewikkelder geworden. Bijvoorbeeld bij de zorg voor onze jeugd is die ontwikkeling sterk waar te nemen. De complexiteit van vraagstukken binnen Jeugdzorg speelt een cruciale rol in het ontstaan van het enorme tekort.
Ten tweede legt het Rijk steeds meer taken bij de lokale overheid, een ontwikkeling die naar verwachting zal toenemen. Anticiperen wij als gemeente op nog meer decentralisaties vanuit het Rijk? Of maken we een vuist en zeggen we dat we voor meer taken ook meer knaken willen zien, en anders NIET. Dit is meteen een oproep aan de landelijke partijen in de raad hier éénsgezind in op te trekken.
Ten derde is het einde van de economische crisis als gevolg van de coronacrisis nog niet in zicht. Op het gebied van overheidsfinanciën zullen de gevolgen hiervan nog lang invloed hebben. Het is stilte voor de storm. Wanneer alle steunmaatregelen vanuit het Rijk zijn afgebouwd, zullen steeds meer mensen aanspraak doen op bijstand. En dan is de vraag hoe sterk het fundament is van ons lokaal systeem. Het vangnet voor de meest kwetsbaren in onze samenleving moet dan staan als een huis. Waarbij we de mensen die door deze crisis bijna alles hebben verloren ook niet in de kou laten staan.
Het is duidelijk dat we scherpe keuzes moeten maken voor een duurzame toekomst waarin we realistische ambities formuleren. We begrijpen allemaal dat wanneer een tak te ver wordt gebogen deze op een gegeven moment knakt. HAP zal met betrekking tot de ombuigingen hier te allen tijde voor waken.
Ik geef u graag mee waar mijn fractie grote waarde aan hecht, met de verwachting dat in de voorstellen van het college hieraan geen afbreuk wordt gedaan.
Allereerst het vangnet voor minima, in het bijzonder hun kinderen, zodat iedereen volwaardig kan meedoen in de samenleving, ook als het even niet meezit.
Een ommetje in een verzorgde en groene openbare ruimte -waarbij mensen vooral in corona-tijd bewust bij stil hebben gestaan- heeft voor velen nog meer waarde gekregen.
Net als de speeltuin waar ik wekelijks met mijn peuter graag kom en waar ik kinderen vol blijdschap hun eerste levensfase zie doorlopen. Uitdagende en duurzame onderwijsgebouwen waar onze meest kostbare bezit zich kan ontplooien tot wereldburgers en daarmee een toekomstige bijdrage kan leveren aan onze kenniseconomie.
En de dorps- en wijkcentra die als kloppend hart van dorpen en wijken een veilige omgeving vormen voor jong en oud, om te ontmoeten, ontplooien maar ook om samen een maaltijd te delen met andere wijkbewoners, zijn in deze tijd van toenemende eenzaamheid onmisbaar gebleken.
De vraag is, hoe wil HAP dan het tekort oplossen? Een terechte vraag waar mijn fractie goed over heeft nagedacht.
HAP roept op tot versobering, maar alleen daar waar het mensen niet direct raakt. HAP roept dan ook op om te starten vanuit de eigen organisatie. Ik benoem een aantal maatregelen waarbij mensen niet direct worden geraakt:
- Het temporiseren van geplande investeringen;
- het creëren van stelposten
- en het herstructureren van leningen kan de aankomende jaren de lasten aanzienlijk verminderen en daarmee dus het totale tekort.
Ik licht dit even verder toe.
Het creëren van een stelpost is wat veel gemeenten toepassen in hun meerjarenbegroting waarin extra rijksgeld voor de jeugdzorg wordt ingeboekt. Of dat geld er komt is dus onzeker, maar je creëert op deze manier wel extra ruimte in de meerjarenbegroting. Een uitstekende manier om onze inwoners en ondernemers te ontzien.
Ook in het herstructureren van leningen kunnen we mensen blijvend ontzien. Door looptijden van bestaande leningen te verlengen is het mogelijk om het uitstaande bedrag over meer termijnen te spreiden. Bovendien is het mogelijk om terugbetalingen te pauzeren gedurende een bepaalde periode om vervolgens de oorspronkelijke betalingen weer te hervatten. De boete die we hiermee riskeren is verwaarloosbaar gezien de totale schuldomvang die we op dit moment hebben. Ook hierbij geldt, daar waar we mensen kunnen ontzien, moeten we dat zeker niet nalaten.
En waar mag het wat HAP betreft een onsje minder voorzitter?
Onze voorzieningen zijn veelal van zeer hoge kwaliteit en in sommige gevallen zelfs overdadig. Wat HAP betreft is sober en functioneel goed genoeg. Dat geldt voor meer zaken, voorzitter.
Ook overdaad -zoals in ambities uit het verleden- is de oorzaak van de huidige tekorten. Die fouten moeten we niet opnieuw maken.
Ik sluit af. HAP is bereid moeilijke keuzes te maken, maar dat HAP die zal afmeten aan het uitgangspunt dat we kwetsbare groepen ontzien, de lasten voor inwoners niet onevenredig willen verhogen, kiezen voor een verzorgde leefomgeving, waar sober en functioneel ons uitgangspunt blijft en onnodige franje geen plaats heeft.
Tot zover!