“Even geen politiek”
Eerder reeds is er op deze plaats al iets verteld over het voornemen van de fractie om ook op deze plaats met enige regelmaat wat nadrukkelijker contact te leggen met de bezoekers van onze website. Het kan daarbij gaan over ieder willekeurig onderwerp wat ons bezig houdt, maar ook over onderwerpen waarvan wij weten, dan wel denken te weten dat deze u bezig houden. Uiteraard is het primair aan de fractie om zicht te houden op de issues die uw aandacht hebben, maar aarzelt u vooral niet om ook vanaf uw kant ons te bestoken met de hete hangijzers die er volgens u spelen in onze gemeente. Ik wacht met spanning op input ook van uw kant.
Als ik het helemaal goed heb wordt mijn bijdrage door onze redactrice verwacht zo tegen het einde van het zomerreces, in de eerste week aansluitend op het zomerreces om precies te zijn. Ik heb daarmee het voordeel dat ik met een schuin oog kan kijken naar bijdragen die mijn fractiegenoten in de voorafgaande weken hebben geleverd. Ik ben dan ook op de hoogte van wat daar is gezegd rond de definiëring van het begrip reces. Ik zou dan ook zonder al te veel moeite moeten kunnen vertellen op welke wijze ik de periode benader die in het politieke wereldje wordt aangeduid als reces.
Naar mijn gevoel ben ik als raadslid vrijwel onafgebroken met politiek bezig. Dat betreft uiteraard de tijd die je in het Raadhuis doorbrengt bij vergaderingen van de Raad en met de fractie. Deze vergaderingen vragen op hun beurt allemaal weer de nodige voorbereiding. Daarnaast heb je met de regelmaat van de klok informele ontmoetingen met bewoners, ondernemers, collega’s van binnen en buiten de polder, allemaal activiteiten die het raadswerk zo interessant, uitdagend en verslavend maken. Wat ik persoonlijk ervaar is dat daarbuiten de materie me blijft bezighouden, de politiek laat je dus nooit los. Dat verklaart ook waarom ik met enige regelmaat nog mails aan het verzenden ben. Het voorafgaande is voor mij dan ook de reden om reces te definiëren met: “even geen politiek”.
Deze benadering heeft doorgaans tot gevolg dat in de dagen voorafgaande aan het vertrek naar onze vakantiebestemming het mijn echtgenoot is die zich bezig moet houden met het pakken van de koffers, met het verzorgen van de reisbescheiden en het regelen van de verzorging van onze poes en de planten en de bescherming van onze woning tijdens onze afwezigheid. Zo ook dit jaar.
Het tijdstip waarop we op Schiphol moeten zijn komt met rasse schreden naderbij. We zijn dit jaar 40 jaar getrouwd en dat gaan we samen met de kinderen vieren in Noorwegen. Op een zondagochtend om xx:xx uur moeten we op de luchthaven zijn waar om 07:00 uur onze vlucht naar Oslo vertrekt; hoe bedoel je vakantie? Ik moet nu toch wel heel snel de laatste persoonlijke zaken aanleveren, zodat die ingepakt kunnen worden en de koffers gesloten. Na de scheerspullen en mijn zonnebril verdwijnen de drie boeken die al zo lang op mijn nachtkastje liggen met een sierlijke boog in mijn koffer. We gaan de komende tijd zoveel varen, treinen en vliegen dat het toch mogelijk moet zijn deze de komende tijd voor een flink deel te lezen.
Tijdens de vlucht heb ik de gelegenheid even te kijken welke boeken ik nou precies voor de komende tijd heb meegenomen. Het zijn Vertrouwen is goed maar begrijpen is beter van Gerdi Verbeet, over de vitaliteit van onze parlementaire democratie. Het boek gaat over veranderde omgangsvormen en het dagelijkser worden van het taalgebruik van de afgevaardigden. Van Maarten van Rossem is zijn boek Waarom is de burger boos? in mijn koffer terecht gekomen, een boek over het hedendaagse populisme. Hij vraagt zich af hoe het komt dat steeds meer Nederlanders de overheid, het politieke systeem en de maatschappelijke elite als vijand zien.
Beide boeken doorbladerend meen ik raakvlakken te zien met situaties / ontwikkelingen in onze eigen polder en bekruipt me het gevoel dat we hier iets mee kunnen/moeten. Ik neem me stellig voor beide boeken niet langer te laten liggen en er wat mee te doen. Maar wat? Een column is het minste. Wanneer ben ik weer aan de beurt?
Hoe zat het eigenlijk met ”even geen politiek”? Ach, het reces is bijna voorbij.
Chris Groothand