Leer mij het zelf te doen
Afgelopen week was ik te gast bij een debat, georganiseerd door een politieke partij, met als thema normen en waarden en de rol van het onderwijs.
Beetje moralistisch thema, dacht ik en ik was benieuwd wie hier op af zou komen. Ik vroeg me in de dagen ervoor af welke rol een school, een docent kan spelen bij dit thema.
Zijn normen en waarden niet vooral het domein van thuis? Hebben scholen niet genoeg op hun bordje liggen, in plaats van weer een ‘politiek hip’ thema erbij krijgen? En hoe denken ouders erover als hun kinderen op school een heel afwijkende set normen en waarden meekrijgen als dat zij thuis meegeven?
Genoeg om over na te denken. En om over in debat te gaan. Maar met wie?
Op de lijst debaters stonden een lokale politicus, een schoolbestuurder, een VO-docent, een kandidaat Tweede Kamerlid, een rector en deze wethouder Jeugd. Op zichzelf geen verrassende combinatie. Des te leuker toen bij aankomst in de school waar het debat georganiseerd werd, bleek dat ook drie jongeren aan het debat zouden meedoen.
Wel vroeg ik me af of er niet wat te veel debaters achter die lange tafel op het podium stonden, of dat niet zou betekenen dat we vooral elkaar vliegen zouden afvangen. Of dat de aanwezige politici als moraalridders de strijd aan zouden gaan en de zaal hier met lede ogen naar zou kijken.
Niets bleek minder waar.
Elke debater stelde zichzelf kort voor en kreeg een moreel dilemma voorgelegd. Een leuke start. Daarna werden een aantal stellingen voorgelegd, beetje open deuren wel, waar we over in debat gingen. Naast wat voor de hand liggende reacties, ontstond er ook een -soms scherp- debat over ieders rol en verantwoordelijkheid bij het bepalen van welke normen en waarden algemeen geldend zouden moeten zijn. Maar ook over in hoeverre kinderen en jongeren hierin zèlf een rol hebben.
Wat was ik trots te zien en te horen hoe de jonge debaters daar hun heldere kijk op gaven. Wat de rol is van thuis en die van school bij het bepalen van normen en het stellen van grenzen. Blij verrast was ik door wat ze zeiden over zichzelf in relatie tot klasgenoten of vrienden. Over het aanspreken van elkaar als er dingen gebeuren die volgens hen niet door de beugel kunnen. Openhartig en overtuigd werd gezegd dat zij vinden dat dit ook hoort bij vriendschap of samen in een klas zitten.
Of, zoals een goede vriend van mij altijd zei: “je béste vrienden vertellen je dat je oren vies zijn”. En zo is dat.
De voorbeeldfunctie van volwassenen in welke rol dan ook was ook een eye opener. Waar sommigen verwachtten dat jongeren vooral vinden dat volwassenen zich niet met alles moeten bemoeien, was hier het signaal: “Logisch dat een leraar me soms terechtwijst, dat moet ook” en “Je zegt niet ‘doe eens normaal man’ tegen elkaar of een docent, ik zou het heel vervelend vinden als een vriend dat tegen me zou zeggen.”
En nee, het was geen avond waar iedereen sociaal wenselijke reacties gaf. Integendeel. Ik hoorde ook een paar zeer sociaal ónwenselijke dingen. Niet van de jongeren overigens, maar dat terzijde.
Het was een avond met eerlijke uitspraken, een paar open deuren en scherpe interactie met de zaal. Het bevestigde mijn beeld dat jongeren heel goed hun eigen morele kompas kunnen instellen maar daar soms best wat hulp van volwassenen bij willen krijgen. ‘Leer mij het zelf te doen’, het adagium van Maria Montessori, dat ik zelf al heel m’n leven toepas.
En opnieuw de bevestiging dat volwassenen en jongeren prima in staat zijn met elkaar in gesprek te gaan en van elkaar te leren. En dat jongeren vaak met creatieve oplossingen komen, ook voor lastige thema’s. Dat maakt me trots op onze Haarlemmermeerse jongeren. Openhartig en uitgesproken. Ik had niet anders verwacht.
Marjolein Steffens-van de Water