Managementporno
U zult wel denken, wat is dit nu voor een titel! Ik zal het uitleggen:
In mijn vorige column sprak ik over een spaghetti van regelingen in dit land, en dat onze systemen steeds ondoorzichtiger, tijdrovender en duurder worden. Maar het kan nog veel erger. Onze systemen zijn gedachteloos dichtgeslibd door het begrip “meten is weten”. Het bedrijfsleven en de politiek worden overspoeld met Kern Prestatie-Indicatoren (KPI’s) een soort kaviaar voor hoogopgeleiden. Ik noem dat managementporno. En ik ben daar helemaal klaar mee. Het is tijd om voor eens en voor altijd af te stappen van deze illusie van meetbaarheid en bestuurbaarheid.
Waarom ik zo tegen KPI’s ben? Omdat KPI’s als excuus worden gebruikt om niet zelf te hoeven nadenken. Simpelweg proberen te scoren op cijfertjes. Dat komt doordat de doelstelling (het resultaat) verward wordt met de KPI (het metertje). Gedachtenloos vasthouden aan het sturen op dat metertje. Maar dat metertje is niet waar het om gaat. Dat is slechts om de doelstelling meetbaar te maken. Het woord Prestatie-Indicator zegt het al: het geeft slechts een indicatie van hoe het met de prestatie is gesteld.
Ik begeef mij regelmatig in managementmeetings. Dat zijn meetings die beginnen met een lunch en resultaten worden in beeld gebracht op een groot scherm. De laatste sheet gaat over KPI’s en resulteert standaard in collectieve zelfverheerlijking en een euforisch orgasme onder de aanwezigen. Er volgt een rondje langs de velden en iedere manager geeft zijn groene kleur nog wat extra glans.
“Wij zien ook dat de klanttevredenheid is toegenomen”
“Ja, daar zijn wij ook trots op, eigenlijk logisch, want wie wil er nou ontevreden klanten?” Een daverde gelach barst los en levert tal van complimenten op.
Ik ben dan inmiddels al volledig afgehaakt. Alsof klanttevredenheid een exacte wetenschap is. Het is zo subjectief als maar kan. Want iemand die klaagt heeft gelijk. Iemand die tevreden is ook. Want het principe “wie schrijft die blijft”, blijft ten allen tijde overeind.
In de politiek dito met een sterretje. Structurele subsidies aan professionele organisaties worden toegekend tegen zo scherp mogelijke KPI’s, en dat geldt tegenwoordig ook voor de kleine subsidiebranche die vaak gerund wordt door vrijwilligers. KPI als het geëigende wondermiddel. Deze vorm van managementporno is vaak gekoppeld aan individuele targets en beloningsystemen. Onze hele bonuscultuur is daar op afgestemd. Met als doel met dezelfde middelen de dingen sneller, beter, goedkoper en in grotere hoeveelheden te maken.
Klinkt logisch toch? Dan gaan we nog meer verdienen en is iedereen blij.
Hele volksstammen zijn hier dagelijks mee bezig.
De liberale marktwerking in de zorg kunnen we rustig kwalificeren als mislukt. Met afgelopen periode ook zo’n onbegrepen hoogtepunt. In je allerlaatste levensfase nog scherp blijven om het aantal plasbeurten niet te overschrijden. Een briljant management-idee om bewoners een plascontract te laten tekenen. Je moet er toch niet aan denken dat je ouders eerst een plascontract moeten tekenen voordat ze naar het verpleeghuis mogen. Hoe krijg je het verzonnen?! Hoe langer ik er over nadenk, hoe meer ik overtuigd ben: stoppen met die onzin. We moeten terug naar sturen op wat we willen bereiken in plaats van op wat we meten.
Met vriendelijke groet,
Johan Rip
fractievoorzitter