Op z’n Hollands
“Put your money where your mouth is”, hoorde ik mezelf laatst zeggen tijdens een bespreking over de fysieke leefomgeving. Ik beloof de rest van deze tekst in het Nederlands te schrijven. Maar u mag me wel houden aan de toezegging die ik namens het college heb gedaan namelijk een inhaalslag met het onderhoud van stoepen en straten. En een groene en kleurrijke leefomgeving.
Zo staat het bijna letterlijk in het coalitieakkoord “Samen bouwen aan een krachtig nieuw Haarlemmermeer”. De komende periode is het aan de ambtenaren en mij om de daad bij het woord te voegen.
Ik ben bepaald niet de enige die vindt dat de kwaliteit van de openbare ruimte omhoog moet. Er is in de raadzaal niemand te vinden die dat tegen spreekt.
De vorige gemeenteraad legde om redenen die net zo begrijpelijk als terecht waren het accent op de wegen. In de periode 2014-2019 moest dáár een inhaalslag worden gemaakt. Er was sprake van achterstallig onderhoud, kapitaalvernietiging lag op de loer en last but not least (sorry!), zou het ook linke soep worden voor de weggebruikers als we het kwaliteitsniveau niet zouden opkrikken. Maar dat is nu allemaal achter de rug.
Voor deze periode (tot 2022) zijn de bakens verzet. Er hoeft geen groen geld meer naar asfalt en stenen. We accepteren dat we met de wegen een bepaald niveau hebben bereikt. Daarmee zeg ik niet: ik doe niets meer aan de wegen. Daarmee zeg ik wel: het accent ligt op de stoepen en straten. En dus ook op het groen.
We willen ons flink inspannen om het resultaat snel zichtbaar te maken. Prikkelbosjes zijn ook groen maar dáárvan heb ik er liever niet méér. De openbare ruimte moet fleuriger worden, kleurrijker. Ik wil graag struiken- en plantensoorten die het er – op z’n Hollands – gezelliger op maken.
Samen met de ambtenaren ben ik al aan het uitzoeken hoe veel mensen en hoe veel geld er voor deze inhaalslag nodig is. Onder het motto: put your money where your mouth is. Zo kwam ik erop.
Marjolein Steffens- van de Water